Wilgen horen bij ons landschap. Deze larakteristieke bomen, zoals de knotwilg en de treurwilg, die bij voorkeur in of vlak bij het water staan. Snelle groeier, die zich makkelijk laat snoeien, zoals de schietwilg .
Er zijn diverse soorten wilgen. In het voedselbos staan een aantal boswilgen. Overigens is de knotwilg geen aparte soort. De naam geeft alleen maar aan dat deze wilg op een bepaalde manier gesnoeid is.
De boom is niet eetbaar, maar heeft wel andere functies. De takken kunnen gebruikt worden om heggen en afscheidingen van te vlechten. De bast van de wilg bevat salicylzuur en werd door onze voorouders gebruikt als pijnstiller. De aspirine is uiteindelijk hiervan afgeleid. In het voorjaar vormen zich de bekende katjes. Het stuifmeel trekt veel bijen aan. De geknotte bomen vormen een schuil- of broedplaats voor veel vogels en andere dieren.